Motivatie door management control

Positieve invalshoek

Motivatie door management control. In het voorgaande onderwerp (controle) hebben we reeds uitgelegd wat management control inhoudt. Vaak wordt er onderzoek gedaan naar hoe management control motivatie ondermijnt, maar vanuit een meer positieve invalshoek kan er ook gekeken worden naar hoe management control juist motiveert. Merchant en van der Stede (2007) hebben management control gedefinieerd als:

“de invloed van een manager op het gedrag van andere medewerkers”

Het beïnvloeden van gedrag kan gedaan worden door gebruik te maken van verschillende ‘instrumenten’. Met als doel om de prestaties van de organisatie als geheel te verbeteren. Zoals een bepaalde organisatie structuur, het verdelen van taken, budgettering en beloningen (zie ook performance management systemen van Ferreira & Otley, 2009). Motivatie van medewerkers speelt hierbij een belangrijke rol. Er wordt onderscheid gemaakt tussen extrinsieke en intrinsieke motivatie (een ‘motivatiedichotomie’).

Meerdere disciplines gebruiken

In de accounting literatuur is er een verschuiving gaande van instrumentele controle naar een meer organische controle. Er wordt gepleit voor het gebruik van meerdere disciplines in de management control literatuur, waaronder psychologie. Deze disciplines leggen meer nadruk op het menselijke gedrag. Deze verandering zou kunnen leiden tot meer creativiteit en dus innovatie. Beide factoren die het lerend vermogen van een organisatie zouden kunnen vergroten. Deze ‘nieuwe’ opvatting over management control biedt kansen voor onderwerpen zoals motivatie.

Het mensbeeld

Het dominante mensbeeld in de huidige economische literatuur is vrij negatief, o.a. de agentschapstheorie. Deze theorie probeert de tegengestelde belangen te verklaren op basis van een agent (manager), welke lui en risico avers is en de principaal (de eigenaar). Dit uitgangspunt wordt gebruikt bij het opstellen van arbeidsovereenkomsten om o.a. motivatie problemen te verminderen (veelal op basis van excentrieke beloningssystemen).

Deze vorm van beloning kan ertoe leiden dat intrinsieke motivatie verdwijnt. Frey en Jegen (2001) noemen dit het ‘crowding out effect’. Hier wordt duidelijk hoe een instrumentele focus nadelige gevolgen kan hebben voor een organisatie. Maar hoe kan men dan een meer organische of ook wel relationele focus tot stand laten komen? (Vosselman, 2014)

Psychologische behoefte

De zelf-determinatie-theorie komt met de oplossing. Namelijk 3 psychologische behoefte:  verbondenheid, competenties en autonomie. Het continuüm dat wordt geschetst door van de Broeck et al (2009) geeft een verschuiving aan van extrinsieke motivatie naar intrinsieke motivatie wanneer er wordt voldaan aan de juiste behoefte van de medewerker.

Het nieuwe perspectief

In de zoektocht naar een goede balans tussen een instrumentele en een organische vorm van management control komt Tillema (2012) met een ‘nieuw’ perspectief.  Hieronder de vijf overwegingen naar een nieuw perspectief * bron Tillema, 2012 (Management Accounting).

1 – Klopt het negatieve economische mensbeeld van de mens wel?

2 – Controle en vertrouwen kunnen elkaar versterken (zoek de balans tussen instrumenteel en organische controle)

3 – Het proces waarbij doelstelling worden opgesteld. Doelstellingen dienen gebruikt te worden om duidelijkheid te verschaffen en richting te geven, niet om op af te rekenen.

4 – Management control wordt wederkerig (informeren maakt plaats voor communiceren)

5 – De voortdurend bestaande paradoxen worden gebruikt als instrument en maakt discussiëren mogelijk (interactieve controle)

Bron: Motivatie door management control; door Tillema, K. (2012) 86e jaargang.